Potentiële minimale CO2-norm voor zonnepanelen in SDE++ 2025

Scroll

Als het aan het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) ligt, ligt er binnenkort een advies een advies bij het kabinet, om in de SDE++ 2025 een minimale CO2-eis voor zonnepanelen op te nemen. Echter vraagt het PBL, voor ze hiermee doorgaan, advies van marktpartijen.

Het PBL is reeds gestart met de marktconsultatie over de SDE++ 2025. Tijdens deze marktconsultatie zal het planbureau in gesprek gaan met brancheorganisaties en andere belanghebbenden. Tijdens deze gesprekken worden de huidige ervaringen met de SDE++ meegenomen en worden de verwachtingen besproken. Hoe willen we dat de SDE++ er in de toekomst uit ziet en hoe kunnen we daar komen?

Rekening houden met extra factoren

Het ministerie heeft het PBL gevraagd om tijdens het opstellen van het advies voor de PDE++ 2025, rekening te houden met een aantal extra factoren. Zo moet er bijvoorbeeld extra aandacht besteed worden aan de kosten voor landschapsinpassing bij natuurinclusieve systemen, zon-pv op zwakke daken, de haalbaarheid en meerkosten van een minimale CO2-eis voor zonnepanelen van indicatief 550 kilogram CO2 per kilowattpiek en de mogelijkheden om binnen de SDE++ beter rekening te houden met de schaarste op het gebied van netcapaciteit.

Dit zijn voor het PBL een aantal punten die onderzocht moeten worden voordat er gekeken kan worden naar het neerleggen van het advies. De haalbaarheid van de minimale CO2-eis wordt op deze manier grondig onderzocht.

Hoe zit dat met de financiering?

Een van de onderdelen waar het PBL de marktpartijen voor nodig heeft, is het ontvangen van informatie over de financiering van SDE++ projecten. De onderzoekers willen weten met welke rente marktpartijen rekenen en of dit inclusief groenkorting is of niet. Verder stelt het planbureau de verhouding tussen vreemd en eigen vermogen voor investeringen in zonnepanelen te hebben aangepast. Deze aanpassing zou gedaan zijn vanwege de gestegen rente. Het is nu aan de marktpartijen om aan te geven of zij zich kunnen vinden in de voorgestelde verhouding.

Ook wordt er door de onderzoekers van het planbureau aandacht besteed aan het toenemende aantal uren met negatieve stroomprijzen. De onderzoekers stellen dat er voor geproduceerde elektriciteit tijdens die periodes geen subsidie wordt uitgekeerd. ‘Zon-pv installaties zullen dan waarschijnlijk uitgezet worden en dit heeft een effect op het aantal vollasturen. Voor het advies zullen we aandacht gaan geven aan of en hoe het effect van negatieve prijzen verwerkt kan worden in de SDE++-regeling’, aldus de onderzoekers.

De CO2-eis

Het meest opvallende onderwerp van de marktconsultatie is toch wel de invoering van een mogelijke CO2-eis voor zonnepanelen. Het PBL zegt hierover het volgende: ‘De productie en het transport van pv-panelen gaat gepaard met CO2-uitstoot. De hoeveelheid CO2-uitstoot is afhankelijk van het ontwerp van de panelen, maar ook van de kenmerken van de energie die gebruikt wordt in de productiefase. Beide aspecten zijn tijds- en plaatsafhankelijk, maar in ieder geval zou de CO2-uitstoot in de productiefase van pv-panelen minder moeten zijn dan de vermeden CO2 in de gebruiksfase ervan. Om dit effect te maximeren, is het te overwegen om panelen met gunstige kenmerken voor te schrijven bij de aanvraag van SDE++-subsidie.’

De vraag of het haalbaar is en wat de meerkosten zijn, is op dit moment de grootste vraag van het ministerie. Om het ministerie goed te kunnen adviseren, wil het PBL van marktpartijen weten in welke werelddelen zonnepanelen momenteel geproduceerd worden, wat de wereldwijde productievolumes zijn en wat de verwachte meerkosten van een CO2-eis zouden zijn.

Benieuwd naar ons volgende blog? Houd onze website dan in de gaten!

Volgend nieuwsbericht

Volgend nieuwsbericht